KPN Marathon Cup 7 in Utrecht
Acht dames sterk. Zo staan we aan de start. Vier keer rood en vier keer groen. Wel één ploeg. Maar we rijden niet samen. Zelf ben ik gefixeerd op groen. Ondanks dát, als ik rood zie, laat ik hen er wel zo veel mogelijk tussen.
Toen wij het seizoen in gingen, had ik verwacht dat ik wel met 7 anderen bezig zou zijn maar de praktijk wijst uit, dat ik de wedstrijd in een waas beleef waarin ik alleen Manon, Beau en Imke zie. Net als een camera die inzoomt en scherp stelt op een bepaalt gedeelte in het beeld. Dat maakt ook dat ik de wedstrijd weer heel anders kan beleven dan de andere ploeggenootjes.
De race in Utrecht begon al fanatiek: er werd wel veel gedemarreerd maar als er één team mistte, werd het kopgroepje snel weer dicht gereden. Enerzijds zonde, anderzijds had de groene brigade voor een eventuele eindsprint ook een goed plan.
Rood had Sandra, Anne, Sanne en Yvonne opgesteld. Net als groen waren zij ook in elke kopgroep vertegenwoordigd. En dat zijn de momenten waarop ik als groene dame wél het gevoel heb dat je met acht vrouwen rijdt.
De wedstrijd ontvouwde zich verder zoals wij hadden voorspeld. Wel kopgroepjes maar te weinig overtuiging van vooruitspringende dames om écht gaten te slaan. Eén keer leek het erop dat Imke een goed kopgroepje had wat wel rond zou kunnen. Mijn taak werd vanaf de kant duidelijk aangegeven: het peloton rustig houden zodat er niet te veel werd gesprongen. Dat ging op het begin goed, maar na verloop van tijd was het kopgroepje veranderd in het peloton. Ik voel mijzelf wel het meest op mijn gemak met een dergelijke taak. Lekker één constant tempo doorrijden, het peloton controleren en gewoon eigen slagen kunnen maken, zonder dat ik aldoor word gehinderd in het maken van mijn slagen. Misschien ben ik soms nog wel een beetje te veel een langebaner. En ik geloof ook dat andere meiden een heel ander idee hebben tijdens de koers als ik. Wellicht hebben zij veel minder moeite met de drukte en chaos. Misschien ervaren zij geen chaos?. Vraag menig skeeleraar en die zal een hele andere beleving hebben van het kunnen maken van slagen. Een klein voorbeeld: Manon schaatst twee plekjes voor mij. Er zit één dame tussen. Ik denk op dat moment dat het fijn zou zijn om eventjes achter Manon te rijden want die beweegt zich ogenschijnlijk makkelijk door het peloton. Zonder enige moeite met de handjes op de rug, vliegt ze van het ene naar het andere treintje. Als ik mijn best doe om überhaupt achter haar te komen schaatsen, ben ik binnen een ronde alweer achter haar weg. Dan zitten er zo weer drie dames tussen. Of Manon is weer twee treintjes opgeschoven naar rechts.
Met nog twintig ronden te gaan, werden de eerste sprinttreintjes geformeerd. Rood en groen was goed voorin vertegenwoordigd. Ons plan was om met vier dames achter elkaar de finale in te gaan. Ik zou snelheid houden op kop van het peloton zodat de dames achter mij makkelijk mee konden. Ik kwam vrij snel op kop en tot een ronde of 5 voor het einde, kon ik de snelheid hoog houden. Vervolgens was het de taak aan mijn Manon, Beau en Imke. Ik zag hen de posities kiezen. Precies zoals van te voren overlegd. Dit was overigens een leuke gewaarwording, want ik volgde het terwijl ik erg zelf pak weg 200meter achter schaatste. Ik had dus super goed zicht. Manon en Imke kwamen als eerste de laatste 100meter op en gaven deze plekken niet meer af. Beau eindigde hier net achter en Anne en Sanne volgden allebei binnen de top 15. Daarmee heeft Sanne zich weten te plaatsen voor de NK. Ik zag dit gebeuren en ik mocht ploegleider Henk Jan al een high five geven voordat ik was gefinisht. Wat een toffe laatste 200meter. Wetende wat de uitslag was.